In de komende dagen vertrekken we op tweedaagse trektocht met onze gids Khun en een vriendelijke bootsman. Om 9u stipt stappen we in zijn klein motorbootje en we vertrekken richting het onbekende. Op het programma staan een paar fikse wandelingen, een klim naar een waterval, een bezoek aan een Khmu-dorp, overnachting bij een gastgezin en een kayak-trip.
De dorpjes stroomopwaarts zijn enkel te bereiken met de boot, waardoor ook de levensnoodzakelijke behoeften op die manier aangevoerd worden. Naast de vele goederenbootjes, kruisen we ook een ‘hospitaalboot’ van UNICEF en een biblio-boot. In deze streek zijn geen ziekenhuizen en we ziek is of een ongeval heeft gehad moet het hebben van lokale geneeskrachtige middeltjes en planten.
Onze eerste halte is een prachtige waterval die we bereiken naar een flinke wandeling van anderhalf uur. Simon en Robin zetten de cadans in en Emile volgt moedig, aan de hand van zijn nieuwe vrienden, gids Khun. Het water bij de waterval is ijskoud, maar is zo uitnodigend na onze lange wandeling in de broeierige zon. Na een frisse duik en een heerlijke picknick stappen we terug en varen verder stroomopwaarts.
Onderweg stoppen we bij een Khmu-dorp, deze bevolkingsgroep leeft vooral in Laos en Thailand en zijn animisten, ze geloven in goede en slechte geesten, die hun huizen, hun dorp, hun oogst beschermen. Er word gezegd dat Khmu-mensen magische krachten hebben, ook hun geneeskunde is gebaseerd op magie en geneeskrachtige planten. Zo ontmoeten we een dorpeling die zijn arm brak na een motorongeval. Zijn arm werd gespalkt met boomschors, geneeskrachtige bladeren en een soort vette zalf. De gemeenschappen worden geleid door de dorpsoudsten; de sjamaan, de medicijnman en priester en het dorpshoofd. Geschillen in het dorp worden besproken op een centrale plaats bij één of meer totems. We worden vriendelijk ontvangen en de kinderen van het dorp nemen de jongens mee voor een privé-rondleiding in het dorp.
Bij valavond gaan Khun, Simon, Robin en ik nog een ommetje maken in de dichte jungle van Laos. Niet veel speciaals, maar de schaduw in het bos zorgt voor de nodige afkoeling. De stijle beklimmingen en het dichte gewas zijn wat te moeilijk voor Emile, die samen met zijn mama aan de oever van de rivier ons staan op te wachten. Het valt ons op dat we maar weinig dieren ontmoeten in de bossen. De gids legt ons uit dat de dorpelingen geduchte jagers zijn en dieren zich diep in het bos verschuilen, ver van de oever van de rivier.
’s Avonds worden we ontvangen bij een gastgezin in een dorp nog wat verder stroomopwaarts. Hier worden de meeste wandelaars die een meerdaagse trek doen opgevangen, maar het blijft een zanderig dorpje met houten hutjes. Door de aanleg van de vele hydro-elektrische dammen in de streek heeft het dorp nog maar 1 jaar elektriciteit. De gastvrouw legt uit dat de dammen een zegen zijn voor deze dorpjes; ze zorgen voor werkgelegenheid en de elektriciteit zorgt ervoor dat ze sneller hun maaltijden kunnen bereiden, hun voeding koel kunnen houden en dat de kinderen ’s avonds nog wat kunnen werken voor school. Ook televisie is een welkome afleiding in deze afgelegen plaatsten.
We genieten van een simpele, maar lekkere maaltijd; vis, gegrilde buffelhuid, gebakken groentjes en ’sticky rice’ (plakkende rijst die zowat alle gerechten in Laos vergezellen). Om 20u30 vallen we in de armen van Morpheus, uitgeput door de fysieke inspanning, in een veel te warme kamer en op een veel te dunne matras…
De volgende morgen, na een ontbijtsoep en wat fruit zetten we onze tocht verder. We varen een stuk stroomafwaarts en beginnen een wandeling van 2u naar een Hmong-dorp. De Hmong zijn afkomstig van China en leven wijd verspreid in zuidoost-Azië. In Laos waren de Hmong bekend als tegenstanders van de regering, zo namen veel van de Hmong deel in de Vietnam-oorlog aan de zijde van de Amerikanen. Uit schrik voor represailles trokken ze zich terug in de noordelijke bossen van Laos, vluchtten ze naar Thailand of naar de Verenigde staten. Tegenwoordig probeert de Laotiaanse regering de Hmong-minderheid te laten samenleven met andere bevolkingsgroepen door ‘gemengde’ dorpen te bouwen. Bij ons bezoek aan zo’n dorp blijkt dat het dorp fysiek opgesplitst is in twee delen, een deel waar Hmong-mensen leven en een ander deel voor de lokale bevolkingsgroep. In het midden van het dorp staat de school, waar kinderen van beide bevolkingsgroepen samen naar de klas gaan. Na een lange wandeling van 3u onder de brandende zon, komen we terug aan de rivier. Weerom wandelt Emile moedig mee. Onze drie-jarige schavuit heeft het onderste uit de kan moeten halen, helaas zal hij enkele dagen later daar de minder leuke gevolgen van dragen…
Bij aankomst aan de rivier liggen enkele kayaks op ons te wachten, om rest van de afvaart naar Nong Khiaw te doen. We slagen erin om enkele kilometers af te varen, maar de fysieke inspanning is te groot en de laatste kilometers laten we ons trekken door onze boot. Onze tweedaagse zit erop; een lastige, maar leerrijke ervaring, zowel lichamelijk als cultureel…
2 reacties
Reactie van Lieve huys
Lieve huys 23 februari '19 om 09:10
“Al” of “nog maar” halfway?
Reactie van Annemie Huys
Annemie Huys 10 maart '19 om 18:27
Zo boeiend!!! Wat een leerschool, zo veel ervaringen. Zou onmiddellijk jullie reis willen nadoen …
Vele lieve groeten
tante Mie